Het observeren van het gangbeeld, of wel het lopen van de cliënt, levert belangrijke informatie aan de voetkundige in de praktijk. Aan de hand van eigen waarnemingen kan het lopen kwalitatief beoordeeld worden. Met behulp van een gedetailleerde visuele observatie is men in staat een pathologisch looppatroon completer te beoordelen dan met de meest objectieve meetmethoden.

Het lopen is een totaalbeeld van hoe men zich voelt op dat moment, psychische en sociale aspecten kunnen een rol spelen en de belastbaarheid van de cliënt moet worden meegewogen, dus de gezondheidstoestand op het moment van analyseren van het gangbeeld speelt ook een belangrijke rol. Hiermee moet de voetkundige rekening houden op het moment dat hij de analyse interpreteert.

Als het looppatroon om welke reden dan ook verstoord is, is een juiste analyse van dit looppatroon nodig om een goed advies met eventueel voet-/schoentechnische voorzieningen te kunnen bieden. Dit kan door observatie en door registratie. Voor de loopanalyse is zowel een statische als een dynamische observatie noodzakelijk.